Unmet goals of tracking: within-track heterogeneity of students’ expectations about the future.

Abstract

De laatste twee decennia hebben onderzoekers binnen her onderzoeksveld hun bezorgdheid geuit ten aanzien van de hoge onderwijsverwachtingen onder de Amerikaanse jeugd. Studies hebben daarbij detracking als één van de belangrijkste oorzaken aangewezen van deze hoge normen. De assumptie is dat een secundair onderwijs waarbij sterke tracking plaatsvindt, in tegenstelling tot comprehensieve systemen, leiden tot realistische verwachtingen door de afgelijnde plaatsen waarin studenten duidelijk worden onderverdeeld. Met andere woorden, tracking creëert groepen van studenten met homogene verwachtingen. Geïnspireerd door een rijke literatuur met betrekking tot een ongelijke selectie die plaatsvindt binnen trackingsystemen, stelt dit artikel deze assumptie over de toewijzing van studenten. We onderzoeken daarbij de homogeniteit van verwachtingen in een rigide tracking systeem, door data te gebruiken van 2354 studenten uit 28 scholen in Gent (België). Resultaten van ordinary least squares (OLS) regressie tonen aan dat ook binnen een streng tracking systeem, het beroepsonderwijs de laagste homogeniteit heeft qua verwachtingen. We bespreken de onvervulde doelen van het tracking systeem in het licht van het tracking beleid.

Over the last two decades, researchers in the educational field have raised concerns regarding the high educational expectations among American youth. Studies have identified the detracking movement as one of the most important causes of this college-for-all norm. The assumption is that tracked secondary education systems, in contrast to comprehensive systems, lead to realistic expectations because of students’ clear track placement. In other words, tracking creates groups of students with homogeneous expectations. Inspired by the rich literature on the unequal selection present in tracked systems, this article questions this assumption concerning students’ allocation. We examine homogeneity of expectations in a rigidly tracked system, using data from 2,354 students in 28 schools (2013–2014) in Ghent (Belgium). Results from ordinary least squares (OLS) regression show that even in a stringently tracked system, the vocational track has the lowest homogeneity of expectations. We discuss the unmet goals of tracking in view of tracking policy.