Urban Sport-for-Development Initiatives and Young People in Socially Vulnerable Situations: Investigating the ‘Deficit Model’

Auteurs

Nols, Z., Haudenhuyse, R. & Theeboom, M. (2017). 

 PDF-versie

Abstract

Kritische onderzoekers hebben gesteld dat de aannames van de sport-voor-ontwikkeling initiatieven verwijzen naar een ‘tekort model’ van jongeren: jongeren uit achtergestelde buurten hebben een bepaald ‘tekort’ en moeten verder gebracht worden in hun ontwikkeling, wat bereikt kan worden via sport. In dit artikel worden deze aannames onderzocht in zes stedelijke sport-voor-ontwikkeling initiatieven die werken met jongeren in kwetsbare situaties in België. Op twee tijdstippen werd een survey ingevuld door 14- tot 25-jarige participanten om twee assumpties na te gaan: 1) participanten ervaren een tekort en hebben nood aan ontwikkeling en 2) deelname in sport-voor-ontwikkeling initiatieven leidt tot een positieve persoonlijke ontwikkeling. ‘Ontwikkeling’ werd geoperationaliseerd als de vaak gebruikte uitkomsten van waargenomen zelfredzaamheid en zelfvertrouwen. Zowel binnen als buiten de context van sport-voor-ontwikkeling onderzoek, praktijk en beleid werd dit op deze manier gebruikt, daarbij vertrekkend vanuit de aanname dat als de zelfredzaamheid en het zelfvertrouwen toenemen, er ook andere positieve uitkomsten bereikt zullen worden. De bevindingen verwerpen de veronderstelling dat jongeren uit achtergestelde buurten allemaal nood hebben aan een grotere zelfredzaamheid en zelfvertrouwen en tonen aan dat er geen eenvoudige en voorspelbare verandering is in hun ‘ontwikkeling’. De auteurs suggereren dat, in het ontwikkelen en onderzoeken van programma’s, sport-voor-ontwikkeling onderzoekers moeten vertrekken van een open en laagdrempelige benadering die afgestemd is op de actuele levensomstandigheden van jongeren en hun individuele verschillen, alsook meer rekening moeten houden met interpersoonlijke en kritische benaderingen van ‘ontwikkeling’.

Critical scholars have indicated that the assumptions underlying most sport-for-development (SFD) initiatives tend to align with a ‘deficit model’ of youth: young people from disadvantaged areas are uniformly deficient and in need of development, which can be achieved through sport (Coakley, 2011; Coalter, 2013). In this article, we investigated these assumptions within six urban SFD initiatives that work with young people in socially vulnerable situations in a ‘first’ world nation, Belgium. We conducted a survey at two moments in time amongst 14- to 25-year-old participants in order to test two assumptions: i) ‘participants are deficient and in need of development’; and ii) ‘participation in SFD initiatives leads to positive personal development’. We operationalised ‘development’ as the commonly used outcomes of perceived selfefficacy and self-esteem. These are ‘household words’ both inside and outside SFD research, practice, and policy and carry the assumption that boosting them will by itself foster positive outcomes. The findings refute the supposition that young people from disadvantaged urban areas are uniformly in need of more perceived self-efficacy and self-esteem and show that there is no simple and predictable change in participants’ ‘development’. We suggest that, in designing and researching programs, SFD stakeholders start from an open-ended bottom-up approach which is tailored to the actual life situations of young people and their individual differences and consider more interpersonal and critical conceptualisations of ‘development’.

Referentie

Nols, Z., Haudenhuyse, R. & Theeboom, M. (2017). Urban Sport-for-Development Initiatives and Young People in Socially Vulnerable Situations: Investigating the ‘Deficit Model’. Social Inclusion, 5(2), 210-222.

Taal

Engels

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

ISBN

DOI: 10.17645/si.v5i2.881

Trefwoorden

Deficit model; achtergestelde gemeenschappen; zelfdoeltreffendheid; zelfvertrouwen; sport; sport-voor-ontwikkeling; stedelijke gebieden; jeugd