Van voor naar achter, van links naar rechts. Jongeren en mobiliteit
Auteurs
Burssens, D. (2007).

Abstract
In de JOP-monitor 1 werd een aantal vragen op het gebied van mobiliteit van jongeren in Vlaanderen opgenomen. Er werd gepeild welke vervoermiddelen jongeren gebruiken binnen drie domeinen: school, werk en vrije tijd. Over de hele groep 14- tot 25-jarige jongeren is de fiets, met bijna zes op tien jongeren, nog het meest gebruikte vervoermiddel. Veruit het minst gebruikt, met iets minder dan één op tien jongeren, blijkt de bromfiets of motor. De auto wordt over de hele groep eerder gebruikt als passagier dan als bestuurder. De populariteit van verschillende vervoermiddelen wijzigt sterk doorheen de verschillende leeftijdsfases van jongeren in Vlaanderen. Als autobestuurder mag men in principe pas de baan op vanaf 18 jaar. In de leeftijdsklasse 18- tot 19-jarigen betekent dat meteen één op drie jongeren die gebruiker worden. Het gebruik neemt in de daaropvolgende jaren zeer snel toe, zodat bij de 24- tot 25-jarigen al bijna vier op vijf jongeren regelmatig als autobestuurder de baan opgaan. Vooral het fietsgebruik en het autogebruik als passagier lijken daarvan de dupe. Het gebruik van het openbaar vervoer piekt rond de leeftijd van 18 à 19 jaar, maar valt vooral vanaf de leeftijdsklasse 22- tot 23- jarigen sterk terug. Het stijgend aantal werkenden onder de jongeren eist dan zijn tol. Mannen zijn de grootste fietsgebruikers, al valt hun aandeel terug van zodra zij de motorfiets mogen hanteren, en nog meer wanneer zij hun rijbewijs voor de auto op zak hebben. Vrouwen zijn trouwere gebruikers van het openbaar vervoer en zullen vaker als passagier in de auto plaatsnemen. Fietsers en autobestuurders zijn vaker hoger opgeleid. De bromfiets of motor worden relatief vaker door lager opgeleiden gebruikt. Wie in verstedelijkt gebied woont, gebruikt minder de auto en geraakt gemakkelijker ter bestemming te voet of met het openbaar vervoer. De wijze van verplaatsen loopt binnen de vrije tijd vrij gelijk aan het algemeen mobiliteitsprofiel. Jongeren die naar de les gaan zijn uitdrukkelijker fietsgebruikers (scholieren) en gebruikers van het openbaar vervoer (studenten). Wanneer jongeren op de arbeidsmarkt verschijnen en zich naar de werkplaats begeven, wordt onvermijdelijk koning auto van stal gehaald (twee op drie jongeren).
Referentie
Burssens, D. (2007). Van voor naar achter, van links naar rechts. Jongeren en mobiliteit. In N. Vettenburg, M. Elchardus & L. Walgrave (Eds.), Jongeren in cijfers en letters. Bevindingen uit de JOP-Monitor 1 (pp. 131-159). Leuven: Lannoo.
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Bijdrage in boek
ISBN
978-90-209-71125