Vrije tijd als handicapsituatie. De rol van het jeugdwerk binnen de vrijetijdsbesteding van kinderen en jongeren met een handicap.

Auteurs

Schraepen, B., Maelstaf, H. & Halsberghe, M. (2015).

 PDF-versie

Abstract

Met dit onderzoek, in opdracht van de afdeling Jeugd, Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, Vlaamse overheid, is er een antwoord gezocht op de vraag naar de rol van het jeugdwerk in de vrijetijdsbesteding en –beleving van kinderen en jongeren met een beperking. Eerdere onderzoeken schetsen een drempelrijk vrijetijds- en jeugdwerkaanbod en een weinig verspreid specifiek aanbod dat rekening houdt met hun beperking en ondersteuningsbehoeften. Het lijkt er op dat deze kinderen en jongeren in onze samenleving niet dezelfde kansen hebben om tot een volwaardige vrijetijdsparticipatie te komen. Niet alleen is dat onwenselijk en onethisch, het is evenmin conform het Kinderrechtenverdrag en het VN-verdrag inzake de rechten van personen met en handicap. Centraal staat de vraag naar het perspectief van kinderen en jongeren met een beperking over het bestaande jeugdwerkaanbod: waar doen ze aan mee, welke verwachtingen hebben ze en welke drempels ervaren ze? Ook het perspectief van de context rond het kind of de jongere (m.n. de ouders, het gezin en de begeleiders) is hierin belangrijk, omdat zij afhankelijk van de leeftijd, de aard en de ernst van de beperking een meer of minder bepalende rol spelen in de vrijetijdsparticipatie van die kinderen en jongeren. Belangrijke deelvragen daarbij zijn: “Wat betekent een kwalitatief aanbod voor deze jongeren?’, “Welke elementen dragen hiertoe bij?” en “Geven ze de voorkeur aan een specifiek of een inclusief aanbod?”. Dat brengt ons ook bij de vraag naar de bruikbaarheid van het huidige jeugdwerkaanbod: “Aan welke georganiseerde vrijetijdsactiviteiten participeren ze?” en “Welke plaats heeft het jeugdwerk voor hen binnen het ruime vrijetijdsaanbod?”. Er werd gekozen voor een multimethodische werkwijze dat als doel had om binnen het tijdsbestek zowel kwantitatieve als kwalitatieve data te verzamelen en dit vanuit verschillende perspectieven. We onderscheiden vier fasen: (1) een deskresearch ter verkenning van de onderzoekscontext en het opstellen van een bruikbaar begrippenkader, (2) individuele interviews (n=39) en groepsgesprekken (n=88) met kinderen en jongeren tussen de 6 en 18 jaar, met aandacht voor de diversiteit aan beperkingen en de regionale spreiding, (3) een bevraging van de ouders van kinderen en jongeren met een beperking (online en telefonisch) (n=145) en (4) een websurvey bij jeugdwerk- envrijetijdsbegeleiders (n=213) met aandacht voor diverse jeugdwerkvormen en focusgroepgesprekken met staf- en beleidsmedewerkers binnen diverse vrijetijds- en jeugdwerkingen (n=14). Een eerste bevinding uit dit onderzoek, is dat ouders aanvankelijk weinig vertrouwen hebben in het algemene aanbod, waardoor kinderen en jongeren aangewezen zijn op het specifieke aanbod. Hoewel jeugd- en vrijetijdswerkers vinden dat iedereen welkom moet zijn, ontbreekt het hen aan actie om te werven op plekken waar kinderen en jongeren met een beperking vertoeven. Daar komt bovenop dat kinderen en jongeren met een beperking zich weinig herkennen in het jeugdwerkaanbod en dat zij vaak afhankelijk zijn van volwassenen. Ten slotte zijn er ook succesverhalen, waarbij kinderen en jongeren met een beperking deelnemen aan het specifiek aanbod, voluit gaan in de aangepaste sporten of openbloeien in het lokale algemene of inclusieve jeugdwerkaanbod.

Referentie

Schraepen, B., Maelstaf, H. & Halsberghe, M. (2015). Vrije tijd als handicapsituatie. De rol van het jeugdwerk binnen de vrijetijdsbesteding van kinderen en jongeren met een handicap. Geraadpleegd op de website van het Departement Cultuur, Jeugd en Media: https://www.vlaanderen.be/publicaties/vrije-tijd-alshandicapsituatie-de-rol-van-het-jeugdwerk-binnen-de-vrijetijdsbesteding-vankinderen-en-jongeren-met-een-handicap.1

Taal

Nederlands

 

Publicatievorm

Onderzoeksrapport