Vrije tijd tussen de school(m)uren.
Auteurs
Meire, J. (2011).

Abstract
In dit rapport beschrijft Kind & Samenleving hoe kinderen in brede scholen hun vrije tijd tussen de school(m)uren beleven: vrije tijd na de schooluren of tussen de middag, binnen of verbonden met de schoolcontext. Het belevingsonderzoek vond plaats in vijf brede scholen uit het lager onderwijs. Daarin werden telkens 12 kinderen bevraagd via drie opeenvolgende focusgesprekken met kinderen uit het vierde en uit het zesde leerjaar. Gesprekken met de bredeschoolverantwoordelijken van elke school zorgden voor een breder kader. De onderzoekers vonden o.m. dat de vrijetijdsactiviteiten van de brede school geen vanzelfsprekend statuut hebben op school. Ook al organiseert de school velerlei activiteiten, kinderen zien hun eigen reguliere hobby’s niet meteen op school gebeuren. De schoolcontext speelt op allerlei manieren een rol. De begeleiding van de activiteiten wordt soms als te streng gezien, al is dat meestal anders indien ze plaatsvinden bij externe bredeschoolpartners zoals buurt(sport)werkingen. Die geven doorgaans meer ruimte aan eerder informele vrije tijd. Dergelijke tijd vinden kinderen vaak belangrijk, maar de bredeschoolactiviteiten zijn toch vooral gestructureerde, vrij strikt georganiseerde vrije tijd. Ze vragen vaak een inschrijving en een zeker engagement. Die formalisering van de vrije tijd kan botsen met de nood aan een andere, meer vrije omgeving na de schooldag. Een andere centrale bevinding is dat de brede school niet los staat van de mogelijkheden die kinderen elders ervaren: thuis, in hun buurt en in hun buitenschoolse vrije tijd. De activiteiten die de brede school aanbiedt, worden ook in dat licht, en dus op heel diverse manieren geïnterpreteerd. Voor sommige kinderen is de naschoolse sport quasi identiek aan een sportclub; wie zelf in een sportclub zit, benadrukt dat de tijd daar meer op leren en beter worden gericht is en daartoe professioneler wordt begeleid. Deze kinderen zullen dan ook prioriteit geven aan hun reguliere hobby’s boven de meer vrijblijvende en recreatieve bredeschoolactiviteiten. Die bieden wel hun eigen kansen: ze zijn laagdrempelig en geven sommige kinderen heel wat meer mogelijkheden dan in hun thuisomgeving. In de activiteiten leren kinderen ook nieuwe dingen kennen en soms ook nieuwe mensen. Veel kinderen geven wel aan dat ze liefst in hun vertrouwde vriendenkring blijven en dat een heel andere omgeving zoals een sportclub betere kansen tot nieuwe contacten geeft. Kinderen zijn zich ervan bewust dat de activiteiten mee tot doel hebben om hen toe te leiden naar het reguliere vrijetijdsaanbod, los van de school, maar ze kunnen zelden of nooit voorbeelden geven van een daadwerkelijke toeleiding. De auteur besluit dat de brede school voor niet geringe uitdagingen staat. Hoe een combinatie te maken tussen de nadruk op de eigen werking en de toeleiding naar ‘reguliere’ vrijetijdsactiviteiten? Tussen een aanbod dat laagdrempelig en recreatief is en een aanbod dat kinderen iets wil leren en méér van hen mag verwachten dan enkel ‘wat komen meespelen’? Tussen het organiseren en vooraf invullen van de vrije tijd voor kinderen en het informeel houden ervan?
Referentie
Meire, J. (2011). Vrije tijd tussen de school(m)uren. Brussel: Kind en samenleving.
Taal
Nederlands
Publicatievorm
Onderzoeksrapport
Trefwoorden
Vrijetijdsbeleving, jeugdwerk, sport, kansenongelijkheid