Weerbaar, weerspannig of crimineel? Meisjes en jonge vrouwen tussen emancipatie en delinquentie tijdens de eerste helft van de twintigste eeuw

Abstract

Deze onderzoeksfiche geeft de kernzaken uit een historisch criminologisch onderzoek naar de toepassing van de wet op kinderbescherming van 1912 in een Antwerpse kinderrechtbank weer. Dit onderzoek mondde uit in een doctoraatsthesis die tot doel had meer en nieuwe inzichten te verkrijgen in de problematiek van criminaliteit en deviantie van vrouwelijke jongeren door deze problematiek te kaderen in een historisch perspectief. Het onderzoek beperkt zich daarom niet tot crimineel- of deviant- zijn, maar richt zich tot de studie van ‘problematische’ gedragingen om meer licht te werpen op hoe mensen leven en omgaan met normen. De onderzoekster analyseerde 184 aanvragen door ouders tot plaatsing van hun minderjarig kind in de periode van 1912-1913, 53 van deze aanvragen hadden betrekking op meisjes. Op basis van deze dossiers werden de verschillende opeenvolgende stadia van de ‘criminele carrières’ van meisjes en jonge vrouwen uitgetekend, gaande van het als ‘problematisch’ gedefinieerde handelen naar het contact met politie en justitie, het doorlopen strafrechtelijk systeem tot het (mogelijk) belanden in een instelling.

Onderzoeksfiche