What do we talk about when we talk about leisure? Conceptualising leisure through the lived experiences of vocational pupils.

By adopting a unique approach that allowed participants to define leisure from their own perspective, this study employed semi-structured and photo-elicitation interviews to gain a deeper understanding of how young people from vocational education perceive and conceptualise leisure. The analysis revealed four crucial elements that are essential for experiencing leisure: (1) perceived freedom, where individuals have control over their time and activities; (2) enjoyment and pleasant experiences; (3) personal time for self-improvement or relaxation; and (4) social interactions with others. Notably, the notion of freedom emphasised young people’s perception of independence and lack of adult control over their leisure. The findings suggest a disparity between young people’s views on leisure and those of adults, who tend to have a future-oriented and instrumental perspective. This difference may be attributed to the lifeworlds in which young people find themselves, with limited opportunities for future-oriented leisure. Moreover, the study highlights the importance of considering young people’s living conditions and backgrounds when designing policies to promote equal opportunities for leisure. Future research should explore the interrelationships between the identified leisure components and further investigate the concept of freedom in different contexts.

Via een unieke aanpak die deelnemers in staat stelde vrije tijd vanuit hun eigen perspectief te definiëren, maakte dit onderzoek gebruik van semi-gestructureerde interviews en foto-elicitatieinterviews om een dieper inzicht te krijgen in hoe jongeren uit het beroepsonderwijs vrije tijd waarnemen en conceptualiseren. De analyse bracht vier cruciale elementen aan het licht die essentieel zijn voor het ervaren van vrije tijd: (1) waargenomen vrijheid, waarbij individuen controle hebben over hun tijd en activiteiten; (2) plezier en prettige ervaringen; (3) persoonlijke tijd voor zelfverbetering of ontspanning; en (4) sociale interacties met anderen. Het begrip vrijheid benadrukte met name de perceptie van jongeren over onafhankelijkheid en de afwezigheid van controle door volwassenen over hun vrije tijd. De bevindingen suggereren een verschil tussen de opvattingen van jongeren over vrije tijd en die van volwassenen, die doorgaans een toekomstgericht en instrumenteel perspectief hebben. Dit verschil kan worden toegeschreven aan de leefwerelden waarin jongeren zich bevinden, met beperkte mogelijkheden voor toekomstgerichte vrijetijdsbesteding. Bovendien benadrukt de studie het belang van het in aanmerking nemen van de levensomstandigheden en achtergronden van jongeren bij het ontwerpen van beleid ter bevordering van gelijke kansen op het gebied van vrije tijd. Toekomstig onderzoek zou de onderlinge relaties tussen de geïdentificeerde vrijetijdscomponenten moeten onderzoeken en het concept van vrijheid in verschillende contexten verder moeten onderzoeken.