Who are truant youth? Examining distinctive profiles of truant youth using latent profile analysis.

Abstract

WAT

In dit artikel wordt de mate van heterogeniteit binnen de spijbelende jongeren onderzocht. Er wordt aandacht besteed aan verschillende types van spijbelaars om op een meer genuanceerde wijze de aard van spijbelgedrag bij adolescenten te begrijpen. Daarbij wordt specifieke gefocust op de relatie tussen de types spijbelen en externalistisch gedrag.

Methode

De auteurs maken gebruik van een latente klasse analyse om de mate van heterogeniteit binnen de spijbelende jongeren te onderzoeken. Daarvoor maken ze gebruik van data afkomstig uit de studie NATIONAL SURVEY ON DRUG USE AND HEALTH 2010. De analyses werden uitgevoegd op 1646 spijbelende adolescenten van 12 tot 17 jaar. De latente klassen werden geconstrueerd op basis van vijf indicatoren: schoolmotivatie, participatie bij schoolgerelateerde activiteiten, schoolresultaten, ouderlijke betrokkenheid bij de school, het aantal gespijbelde dagen. In een volgende fase maken de auteurs gebruik van een multinomiale regressieanalyse om de relatie tussen de latente klassen en externalistisch gedrag te onderzoeken.

Resultaten

• De latente klasse analyse leverde vier clusters van spijbelaars op: o Presteerders (28,55%)
Presteerders zijn jongeren die slechts sporadisch spijbelen. Ze halen goede schoolresultaten, participeren op school aan diverse activiteiten, beschikken over ouders die betrokken zijn bij hun schoolresultaten en rapporteren geen gebrek aan schoolwelbevinden.

Dit zijn voornamelijk blanke, vrouwelijke leerlingen komende uit de middenklasse met een stabiele gezinssituatie. o Matige studenten (24,30%)

Matige studenten spijbelen occasioneel. In vergelijking met presteerders rapporteren ze een hoger schoolwelbevinden, maar minder goede schoolresultaten. Ook hun participatie aan extra curriculaire activiteiten is lager. Dat geldt ook voor ouderbetrokkenheid. Dit zijn hoofdzakelijk jongeren met een migratie-achtergrond komende uit materieel minder begoede gezinnen. o School onthechte studenten (40,89%)

School onthechte studenten zijn occasionele spijbelaars, die in vergelijking met presteerders en matige studenten minder gemotiveerd zijn op school, minder participeren aan extra curriculaire activiteiten en lagere schoolresultaten behalen. Het zijn jongeren waarvan de ouders geringe betrokkenheid bij het onderwijs vertonen. Deze groep wordt niet gekenmerkt door specifieke achtergrondkenmerken. o Chronische spijbelaars (6,26%)

Chronische spijbelaars zijn de meest problematische spijbelgroep. Het gaat om frequente spijbelaars die in vergelijking met de drie andere types het laagst scoren op schoolwelbevinden, schoolparticipatie en schoolprestaties. Chronische spijbelaars zijn hoofdzakelijk jongens die opgroeien in eenoudergezinnen.

• De multinomiale regressieanalyse toont dat het type externalistisch gedrag varieert naargelang het lidmaatschap tot een bepaalde spijbelcluster. De resultaten werden telkens vergeleken met de presteerders als referentiecategorie:

o School onthechte studenten en chronische spijbelaars hebben een grotere kans op het gebruik van marihuana.

o Chronische spijbelaars hebben een grotere kans op diefstal en het verkopen van drugs.

o Matige studenten, school onthechte studenten en chronische spijbelaars hebben een grotere kans op gewelddadig gedrag.