Wiskunde in het secundair onderwijs.

Abstract

De vaststelling dat ondanks het gelijke kansenbeleid de school- en beroepsloopbaan van jongens en meisjes een differentieel patroon vertoont, vormt het uitgangspunt voor dit onderzoek. In opdracht van de Vlaamse Minister van Onderwijs werd door de onderzoekers aan het departement Psychologie van de K.U. Leuven bij ongeveer 3300 leerlingen uit het tweede en het vierde jaar ASO, hun ouders en leerkrachten gepeild naar hun visie op wiskunde en Frans en werd aandacht besteed aan de rol die deze vakken spelen bij het geven van A-, B- en Cattesten. In dit onderzoek wordt nagegaan hoe leerlingen uit het tweede en vierde jaar ASO deze vakken percipiëren en of deze percepties en attitudes verband houden met de behaalde prestaties, de gekregen attesten en de keuze die zij maken voor het volgende schooljaar. Het is een bijkomend voordeel dat de bevraging van de percepties omtrent wiskunde en Frans toelaat om de specificiteit van de opvattingen en houdingen na te gaan. Dit onderzoek laat eveneens toe om de invloed van belangrijke personen uit de onmiddellijke (leer)omgeving van jongeren –zoals leerkrachten en ouders- op de wijze en de richting waarin leerlingen zich op school ontwikkelen, vast te stellen.

Onderzoeksfiche