De digitale kloof bij jongeren onderzocht.

Auteurs

Boonaert, T. & Vettenburg, N. (2009).  

 PDF-versie

Abstract

Jongeren en informatie- en communicatietechnologieën lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Internet, gsm, spelconsole, enz. zijn media waar jongeren dagelijks mee te maken hebben. Deze nieuwe media vormen een essentieel onderdeel van de leefwereld van jongeren. Dit artikel onderzoekt het internetgebruik door Vlaamse adolescenten. Allereerst onderzoeken de auteurs op beschrijvende wijze waarvoor jongeren het internet gebruiken. Door middel van een meervoudige regressieanalyse peilt men vervolgens naar het bestaan van een digitale kloof in het internetgebruik tussen jongeren. Daarbij stellen de auteurs zich de vraag of bepaalde groepen jongeren minder kans hebben op het gebruik van internet dan anderen. Ten slotte bekijken de auteurs welke jongeren voor wat internet gebruiken. Daarbij onderscheiden ze vier functies, nl. de onstpanningsfunctie, informatiefunctie, communicatieve functie en commerciële functie. Gegevens uit de JOP-monitor 1 suggereren heel wat diversiteit in het internetgebruik van jongeren. Zo blijken mannelijke, hoogopgeleide en jongere leerlingen meer te internetten dan andere leerlingen. Bovendien worden ook de onderscheiden functies niet in gelijke mate door verschillende groepen jongeren benut. Vooral persoonsgerelateerde variabelen, nl. leeftijd, geslacht en onderwijsniveau, spelen daarin een rol. De diversiteit in het internetgebuik spoort ons aan om het begrip ‘internetgeneratie’ te relativeren. De gemaakte analyses geven voeding aan de heterogeniteit van jongeren. In dat opzicht is de mythe van de cyberkid aan nuancering toe.

Onderzoeksfiche

Referentie

Boonaert, T. & Vettenburg, N. (2009). De digitale kloof bij jongeren onderzocht. Welwijs, 20, (1), 30-34.

Taal

Nederlands

 

Publicatievorm

Tijdschriftartikel

Trefwoorden

Mediagebruik, ICT, vrijetijdsbesteding, kansenongelijkheid